Woningen met energielabel A, B of C zijn gemiddeld zo’n 7.000 euro duurder dan de ‘niet-groene’ woningen. Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) is dat verschil te verklaren door de extra kosten die gemaakt moeten worden om de woning te verduurzamen.
DNB noemt het prijsverschil een positieve premie die bij de prijs van ‘groene’ huizen kan worden opgeteld, omdat huizenkopers verwachten dat het energieverbruik lager zal zijn en omdat de kosten van de verduurzaming al zijn gemaakt.
In vergelijking met een woning met een D-label, worden woningen met hogere energielabels voor een hoeger prijs verkocht. Dat prijsverschil komt ongeveer overeen met de investeringen en de besparing van energiekosten. Hierbij is het A-label wel een uitzondering. “Dit komt doordat voor woningen met label A de investeringskosten de energiebesparingen duidelijk overstijgen”, aldus DNB.
In vergelijking met een ‘niet-groen’ label leverde een huis met een ‘groen’ label in 2017 gemiddeld meer dan 7.000 euro extra op. Voor 2015 was dat verschil nog veel minder groot, waarmee huizenverkopers minder werden beloond voor verduurzaming. In 2015 piekte het verschil met meer dan 9.000 euro gemiddeld.