In 2018 kwamen er in opdracht van woningcorporaties bijna 13.000 sociale huurwoningen bij. Dat is veel minder dan corporaties zelf wilden, en ook minder dan in 2017, toen er 14.387 sociale huurwoningen werden gebouwd.
De corporaties hadden het plan om in 2018 ongeveer 30.000 sociale huurwoningen te bouwen. In werkelijkheid werd daarvan nog niet de helft gehaald. De belangrijkste oorzaken van de achterblijvende bouw zijn volgens branchevereniging Aedes een gebrek aan bouwlocaties en stijgende belastingen voor woningcorporaties.
De wooncorporaties bouwden in 2018 vooral een- en meergezinswoningen, zoals appartementen, galerijflats of portiekwoningen. Deze nieuwbouwwoningen hebben een gemiddelde huurprijs van 588 euro. 80 procent daarvan wordt verhuurd aan mensen met de laagste inkomens.